(stel hier je vraag)
Mijn zoon luistert vaak niet of doet juist iets waarvan ik net gezegd heb dat dat niet kan of mag. En hij doet juist dingen waarvan ik net had gezegd dat dat de bedoeling niet was.
Ik wil graag weten wat ik zelf kan doen zodat we ons allebei Oké voelen.
Toevallig ken ik de zoon van Netty, de moeder die deze vraag stelt. Ik wil jullie op deze blog graag mijn antwoord aan haar laten meelezen.
Netty's zoon is negen jaar oud en babbelt veel. Hij lijkt wel steeds hardop uit te spreken wat hij denkt, en dat is best veel. Hij is een visuele leerling, een beelddenker. Hij neemt taal ook letterlijk, lijkt de diepere betekenins van onze taal vaak niet te begrijpen.
Timothy, want zo heet hij, gaat erg op in zijn eigen 'binnenwereld', hij heeft zo zijn eigen gedachtenrichtingen. Dus duidelijke communicatie is noodzakelijk, hij lijkt het anders niet te horen.
Geen vragende eisen stellen! Dus niet: Wil je nu aan tafel komen? Maar: Ik wil dat je nu aan tafel komt.
Het woord niet lijkt hij niet te horen. Dus probeer NIET zo min mogelijk te gebruiken.
Ik wil niet dat je dat doet, wordt dus: Ik wil dat je stopt met....
Of nog beter: geef direct heel duidelijke informatie over wat jij wilt: Maak niet zo'n rommel: wordt dus: Ik wil dat je alles weer netjes opruimt, begin maar met....
Ik wil niet dat je zo schreeuwt, wordt: Ik wil graag dat je zachter praat.
Als hij opdrachten krijgt zal zijn eerste reactie een instinctief "Nee" zijn, dat vooral door zijn lichaam wordt doorgegeven: geen zin... of misschien geeft het juist een opstandig gevoel door. Geef hem dus zo min mogelijk ruimte om te onderhandelen. Neem dus altijd eerste zelf een standpunt in: Ik vind nu zelf dat we aan tafel moeten gaan, anders komen we te laat. Door vriendelijk assertief te zijn, en minder onderhandelingsruimte te geven, zal er minder ruzie zijn.
Erken de behoefte van zijn kant om nog even door te spelen: Ik snap wel dat je graag door wilt gaan, maar we gaan nu eten, als we wachten komen we te laat.
Er zijn regels waarover wel en er zijn regels waarover je niet kunt onderhandelen. Huisregels zijn er voor de duidelijkheid, daarover hoef je niet steeds te onderhandelen. Als het goed is heb je samen een paar huisregels afgesproken. Zo niet, doe dat dan op een middag. Maak desnoods een leuk overzichtje ervan. Als het om persoonlijke smaak gaat: hagelslag of pindakaas op brood, of een spijkerbroek of korte broek aan, dan kan het kind best eigen keuzes maken.
Regels waarover beter niet kan worden onderhandeld zijn:
als het om veiligheid gaat (ik wil dat je rechts rijdt),
om gezondheid (ik wil dat je gezond eet en op tijd naar bed gaat),
andermans ruimte respecteren (ik wil dat je eerst vraagt aan je broer of je met zijn lego mag spelen, of op zijn kamer komt),
levenservaring (Ik wil dat je naar me luistert. Ik ben ouder dan jij en weet daardoor meer dan jij. In dit geval weet ik zeker dat wat jij wilt doen, echt niet kan,of dit of dat effect heeft)
Tot slot: heb je zelf een goed overzicht over wat wel en niet kan binnen jullie gezin, dan is dat ook voor jezelf duidelijk. Een standpunt innemen is dan makkelijker.
Veel moed en wijsheid!
Reacties
Een reactie posten