Ken je dat?
De kinderen komen thuis van school. Ze slingeren hun jas en tas in de gang op het eerste het beste plekje op de vloer. Je denkt: Ruim je spullen toch eens op! Je denkt: Pffft.... en GGGRRRRR.... Maar je reageert met: Ik zeg niets, hang het zelf op en leg het op de bestemde plek. Zoveel makkelijker dan zorgen dat ze mijn instructies opvolgen! Bovendien heb ik liever geen ruzie. Want dan heb ik een nieuw probleem dat moet worden opgelost.
De afgelopen weken ontmoette ik moeders en kinderen die worstelen met dit probleem. Ik ben er over aan het filosoferen geslagen. Want tegenover me trof ik vooral jongens van zeven tot twaalf jaar die nergens meer zin in hebben. Het liefst geen school, nee-eeh, dank u! Naar een sport? Mwah... Boodschappen doen? Dacht het niet! Mijn jas ophangen? Waarom? Huiswerk? Hoezo? Nee, geef me dat spannende spel voor op papa's tablet... En ik ben uren zoet.
Tijdens mijn wandelingen met onze hond meneer Jansen (die overigens zijn impulsieve reacties steeds beter uit kan stellen omdat hij goed reageert op onze training) zorgt de cadans van het lopen voor een innerlijke ruimte en tijd om er over na te denken:
Elk mens wordt met een innerlijke drang geboren.
Ik zag het bij mijn kleinzoon. Er zit een behoorlijke vuurkracht in hem. Als baby was hij echter overgeleverd aan een lichaam dat nog niets kon. Hulpeloos lag hij op zijn rug te kijken naar de wereld. Hij zoog alle indrukken op en keek en keek... Later probeerde hij zeer geconcentreerd en kreunend, maar steeds weer opnieuw een blokje gericht te pakken. En steeds mislukte het. Toch zette hij door. Ik moedigde hem zelfs aan. "Goed zo! Pak het blokje en doe het in de doos. Als je oefent word je er heel goed in." Tot het eindelijk lukte en we samen vierden dat hij een stapje verder was gekomen. (We maakten een rondedansje in de kamer). Hij was nog zo jong... Zijn rug was al redelijk stevig en hij kon al een beetje zitten, niet erg lang, maar hij wilde zo graag. Hij is nu een jaar en bijna drie maanden. Een heerlijk joch!
Binnenkort wordt een nieuw kleinkind geboren. En wat zal ik weer genieten en ook weer heel bewust kijken en beleven wat deze nieuwe wereldburger mag ervaren zo vlak na de geboorte. Ik leer er veel van.
Onze wil is ons innerlijk vuur.
Dat vuur mag worden benut. Het drijft ons tot het maken van iets, tot het doen van iets. Het is zeer gebaat bij 'doorzetten'. Als de volwassenen om ons heen vergeten ons te helpen leren door te zetten dan kunnen we die vuurkracht onvoldoende leren richten. Het kan woede-aanvallen tot gevolg hebben (opgepotte vuurkracht moet er toch uit...), of gedeprimeerde gevoelens (we houden de opgepotte vuurkracht binnen). Het kan ons beroven van onze wilskracht. Het kan zijn dat we voelen dat onze wilskracht uit ons wegvloeit op het moment dat aan ons iets wordt gevraagd. Wanneer we een opdracht krijgen ontwijken we die het liefst.
Onze wil kunnen richten leren we. We kunnen dat niet vanzelf. Net als ons geweten is er in aanleg wel iets van aanwezig, maar het heeft het nodig te worden aangesproken. Er is een prikkel nodig van buitenaf. De wil is gelinkt aan onze spierkracht. Ik zag een jongen eens wit wegtrekken en misselijk worden, bijna flauwvallen. Zijn kracht vloeide weg op het moment dat het hem te veel werd. Ik liet hem lopen in mijn ruimte en me helpen een en ander op te ruimen. Binnen 10 minuten was hij weer de oude.
Als de volwassenen vergeten ons uit te dagen om een taak te volbrengen, leren we onvoldoende onze vuurkracht in te zetten als het nodig is. We haken te snel af.
Tegenover me zat deze week ook een jongen van bijna zeven die geen zin had om te doen wat hij komt doen (een oefening uit de Ik ben Oké! cursus). Het woordje moeten werkt in zijn geval steeds averechts.
Liever zit hij op de schommelstoel, of bouwt hij met de lego of doet hij poppenkast. Genoeg te doen op mijn werkzolder.
Steeds als ik wilde dat hij met me samenwerkte, verzon hij een nieuw leuk idee.
Ik erkende eerst wat hij liever wilde, en onderhandelde vervolgens.
"Yoeri, ik snap wel dat je liever je eigen gang gaat. Het is immers veel leuker om te doen waar je zin in hebt? Je hebt ook heel veel leuke ideetjes! Ik wil graag dat je eerst met me werkt, dan gaan we samen ook poppenkast doen. Ik wil je graag nu leren hoe je je kunt ontspannen als je stress hebt." En ik begon.
Nog wat voorbeelden uit de praktijk:
"Ben, ik begrijp echt wel dat je liever meteen achter de tv wilt kruipen. Mij lijkt het ook heerlijk! We hebben wel eerst wat te doen! Zullen we de jassen en tassen eerst opruimen?"
"Tamara, ik snap heel goed dat je geen zin om nu mee te gaan boodschappen doen. Ik zie dat je lekker bezig bent met de barbies. Je kunt heerlijk verder gaan met de poppen als we weer terug zijn. Ik wil graag dat je nu met me meegaat."
"Luc, ik wil graag dat je zelf je jas aantrekt. Ik snap heel goed dat je liever iets anders doet, of wilt dat ik het doe. Dat is leuker of makkelijker. Ik vind het fijn dat je leert zelf je jas aan te trekken. Geweldig toch? Als je het zelf kunt?"
"Sander, ik snap heus waarom je nog meer suiker in de thee wilt. Zoet is lekker! Uit ervaring weet ik dat 1 zakje voldoende is."
Onze wil reageert graag op een vriendelijke uitnodiging. Bij al te barse instructies trekt de wil zich liever terug. Ja, ja, onze wil leidt graag een eigen leventje. Samenwerking zoeken is dus van belang!
De ontwikkeling van onze wilskracht is ook gebaat met het kunnen uitstellen van een reactie op een impuls. Geduld oefenen (niet meteen krijgen wat je wilt) is een vak apart en leer je ook als kind van de volwassenen. Net als: met teleurstellingen omgaan. Of met schrik omgaan.
Genoeg stof voor een nieuwe column dus. Volgende keer! :-)
... ik was trouwens nog wat vergeten te zeggen, want ja, taakjes geven aan je kinderen werkt echt. Je helpt ze leren doorzetten! Later als ze zelf moeten plannen tijdens hun studie hebben ze daar veel aan!
De kinderen komen thuis van school. Ze slingeren hun jas en tas in de gang op het eerste het beste plekje op de vloer. Je denkt: Ruim je spullen toch eens op! Je denkt: Pffft.... en GGGRRRRR.... Maar je reageert met: Ik zeg niets, hang het zelf op en leg het op de bestemde plek. Zoveel makkelijker dan zorgen dat ze mijn instructies opvolgen! Bovendien heb ik liever geen ruzie. Want dan heb ik een nieuw probleem dat moet worden opgelost.
De afgelopen weken ontmoette ik moeders en kinderen die worstelen met dit probleem. Ik ben er over aan het filosoferen geslagen. Want tegenover me trof ik vooral jongens van zeven tot twaalf jaar die nergens meer zin in hebben. Het liefst geen school, nee-eeh, dank u! Naar een sport? Mwah... Boodschappen doen? Dacht het niet! Mijn jas ophangen? Waarom? Huiswerk? Hoezo? Nee, geef me dat spannende spel voor op papa's tablet... En ik ben uren zoet.
Tijdens mijn wandelingen met onze hond meneer Jansen (die overigens zijn impulsieve reacties steeds beter uit kan stellen omdat hij goed reageert op onze training) zorgt de cadans van het lopen voor een innerlijke ruimte en tijd om er over na te denken:
Elk mens wordt met een innerlijke drang geboren.
Ik zag het bij mijn kleinzoon. Er zit een behoorlijke vuurkracht in hem. Als baby was hij echter overgeleverd aan een lichaam dat nog niets kon. Hulpeloos lag hij op zijn rug te kijken naar de wereld. Hij zoog alle indrukken op en keek en keek... Later probeerde hij zeer geconcentreerd en kreunend, maar steeds weer opnieuw een blokje gericht te pakken. En steeds mislukte het. Toch zette hij door. Ik moedigde hem zelfs aan. "Goed zo! Pak het blokje en doe het in de doos. Als je oefent word je er heel goed in." Tot het eindelijk lukte en we samen vierden dat hij een stapje verder was gekomen. (We maakten een rondedansje in de kamer). Hij was nog zo jong... Zijn rug was al redelijk stevig en hij kon al een beetje zitten, niet erg lang, maar hij wilde zo graag. Hij is nu een jaar en bijna drie maanden. Een heerlijk joch!
Binnenkort wordt een nieuw kleinkind geboren. En wat zal ik weer genieten en ook weer heel bewust kijken en beleven wat deze nieuwe wereldburger mag ervaren zo vlak na de geboorte. Ik leer er veel van.
Onze wil is ons innerlijk vuur.
Dat vuur mag worden benut. Het drijft ons tot het maken van iets, tot het doen van iets. Het is zeer gebaat bij 'doorzetten'. Als de volwassenen om ons heen vergeten ons te helpen leren door te zetten dan kunnen we die vuurkracht onvoldoende leren richten. Het kan woede-aanvallen tot gevolg hebben (opgepotte vuurkracht moet er toch uit...), of gedeprimeerde gevoelens (we houden de opgepotte vuurkracht binnen). Het kan ons beroven van onze wilskracht. Het kan zijn dat we voelen dat onze wilskracht uit ons wegvloeit op het moment dat aan ons iets wordt gevraagd. Wanneer we een opdracht krijgen ontwijken we die het liefst.
Onze wil kunnen richten leren we. We kunnen dat niet vanzelf. Net als ons geweten is er in aanleg wel iets van aanwezig, maar het heeft het nodig te worden aangesproken. Er is een prikkel nodig van buitenaf. De wil is gelinkt aan onze spierkracht. Ik zag een jongen eens wit wegtrekken en misselijk worden, bijna flauwvallen. Zijn kracht vloeide weg op het moment dat het hem te veel werd. Ik liet hem lopen in mijn ruimte en me helpen een en ander op te ruimen. Binnen 10 minuten was hij weer de oude.
Als de volwassenen vergeten ons uit te dagen om een taak te volbrengen, leren we onvoldoende onze vuurkracht in te zetten als het nodig is. We haken te snel af.
Tegenover me zat deze week ook een jongen van bijna zeven die geen zin had om te doen wat hij komt doen (een oefening uit de Ik ben Oké! cursus). Het woordje moeten werkt in zijn geval steeds averechts.
Liever zit hij op de schommelstoel, of bouwt hij met de lego of doet hij poppenkast. Genoeg te doen op mijn werkzolder.
Steeds als ik wilde dat hij met me samenwerkte, verzon hij een nieuw leuk idee.
Ik erkende eerst wat hij liever wilde, en onderhandelde vervolgens.
"Yoeri, ik snap wel dat je liever je eigen gang gaat. Het is immers veel leuker om te doen waar je zin in hebt? Je hebt ook heel veel leuke ideetjes! Ik wil graag dat je eerst met me werkt, dan gaan we samen ook poppenkast doen. Ik wil je graag nu leren hoe je je kunt ontspannen als je stress hebt." En ik begon.
Nog wat voorbeelden uit de praktijk:
"Ben, ik begrijp echt wel dat je liever meteen achter de tv wilt kruipen. Mij lijkt het ook heerlijk! We hebben wel eerst wat te doen! Zullen we de jassen en tassen eerst opruimen?"
"Tamara, ik snap heel goed dat je geen zin om nu mee te gaan boodschappen doen. Ik zie dat je lekker bezig bent met de barbies. Je kunt heerlijk verder gaan met de poppen als we weer terug zijn. Ik wil graag dat je nu met me meegaat."
"Luc, ik wil graag dat je zelf je jas aantrekt. Ik snap heel goed dat je liever iets anders doet, of wilt dat ik het doe. Dat is leuker of makkelijker. Ik vind het fijn dat je leert zelf je jas aan te trekken. Geweldig toch? Als je het zelf kunt?"
"Sander, ik snap heus waarom je nog meer suiker in de thee wilt. Zoet is lekker! Uit ervaring weet ik dat 1 zakje voldoende is."
Onze wil reageert graag op een vriendelijke uitnodiging. Bij al te barse instructies trekt de wil zich liever terug. Ja, ja, onze wil leidt graag een eigen leventje. Samenwerking zoeken is dus van belang!
De ontwikkeling van onze wilskracht is ook gebaat met het kunnen uitstellen van een reactie op een impuls. Geduld oefenen (niet meteen krijgen wat je wilt) is een vak apart en leer je ook als kind van de volwassenen. Net als: met teleurstellingen omgaan. Of met schrik omgaan.
Genoeg stof voor een nieuwe column dus. Volgende keer! :-)
... ik was trouwens nog wat vergeten te zeggen, want ja, taakjes geven aan je kinderen werkt echt. Je helpt ze leren doorzetten! Later als ze zelf moeten plannen tijdens hun studie hebben ze daar veel aan!
Reacties
Een reactie posten